Nieuwsbrief maart 2021

Laat uw verwerpers tappen!

Verwerpen komt op elk bedrijf voor, tot maximaal 2% mag beschouwd worden als binnen de norm. Een dier wordt als een verwerper gezien als het rund 21 dagen eerder dan de gemiddelde draagtijd afkalft en waarvan de dracht meer dan 100 dagen heeft geduurd. Een mogelijke oorzaak kan brucellose zijn. Omdat Nederland hier vrij van is, is bloedonderzoek op deze ziekte na verwerpen verplicht en wordt dit onderzoek gesubsidieerd. De kosten voor de visite, het bloedtappen en het onderzoek op Brucella worden dus niet bij u in rekening gebracht. Het bloedonderzoek bij een verwerper kan worden uitgebreid met onderzoek op afweerstoffen tegen de volgende vijf meest voorkomende oorzaken: Neospora, BVD, IBR, Salmonella, Leptospirose. Indien u bij de GD in het tankmelkabonnement voor IBR, leptospirose, neospora of salmonella zit, wordt hierop ook kosteloos onderzocht.

Het bloedmonster moet binnen zeven dagen na verwerpen zijn ingestuurd. De verwerper moet totdat de uitslag van het bloedonderzoek binnen is aanwezig blijven op het bedrijf.

Moeten de kalveren dekjes op?

Kalverdekjes kunnen pasgeboren kalveren of kalveren die ziek zijn, ondersteunen bij het op peil houden van de lichaamstemperatuur. Deze kalveren hebben weinig lichaamsvet dat ze kunnen gebruiken voor het reguleren van hun temperatuur. Daarnaast hebben kalveren veel lichaamsoppervlak in verhouding tot hun gewicht, waardoor ze  bij lage temperaturen snel veel warmte verliezen.

Er wordt aangeraden om kalveren jonger dan drie weken bij een buitentemperatuur van onder de 10°C een dekje op te leggen. Daarnaast kan het op oudere leeftijd ook bij verzwakte of zieke kalveren gebruikt worden.

kalverdekje

Let op de volgende zaken bij het gebruik van kalverdekjes:

  • Kalveren mogen pas een dekje op als ze droog zijn. Gebruik tot die tijd eventueel een warmtelamp en dikke laag stro om het kalf te laten opdrogen.
  • Pas de verstelbare riempjes regelmatig aan de grootte van het kalf aan.
  • Verwissel dekjes die erg nat of erg vuil zijn geworden door een schoon, droog dekje.
  • Als je de dekjes afneemt als de kalveren fit zijn of de buitentemperatuur stijgt, doe dat dan ’s morgens. Het kalf kan dan overdag wennen aan het klimaat zonder dekje.
  • Was de dekjes na elk gebruik in de wasmachine voor ze door een ander kalf gebruikt gaan worden.

Longwormvaccinatie: beschermd de wei in!

In de nieuwsbrief van februari kwam de longworm vaccinatie al aan bod. Toch willen wij u nogmaals herinneren aan deze vaccinatie. Start de vaccinatie minimaal zes weken voordat het jongvee naar buiten gaat. Begin dus op tijd!

De spelregels die bij de vaccinatie gelden, zijn:

  • Alleen gezonde dieren vaccineren
  • De kalveren / vaarzen mogen nog niet eerder buiten zijn geweest
  • Ze moeten minimaal zes weken oud zijn
  • Twee keer vaccineren met vier weken tussentijd
  • Na de tweede vaccinatie moeten de kalveren nog twee weken binnen blijven
  • Gevaccineerde dieren moeten nadien op een besmette weide lopen om goede weerstand te bewerkstelligen

Om het vaccineren vlot te laten verlopen, vragen wij u tijdig aan ons door te geven hoeveel dieren er gevaccineerd gaan worden. U kunt ons ook raadplegen voor een vaccinatie advies, specifiek voor uw bedrijf.

Ontworming van uw schapen en geiten

Als voorbereiding op de weide periode van de schapen en geiten, willen we u graag informeren over worminfecties. Er bestaan heel veel verschillende soorten wormen. Of deze schadelijk zijn, is afhankelijk van de ernst van de infectie en de wormsoort. Voor schapen en geiten zijn er vijf soorten die een risico vormen binnen uw koppel:

  1. Haemonchus contortus (rode lebmaagworm): geeft bleke slijmvliezen
  2. Nematodirus battus: geeft vooral symptomen bij jongere lammeren (zes tot twaalf weken leeftijd), waarbij er waterdunne diarree optreedt.
  3. Fasciola hepatica (leverbot): alle leeftijden zijn hier gevoelig voor.
  4. Teladorsagia circumcincta (lebmaagworm): kenmerkt zich door verminderde eetlust en achterblijven in groei daarnaast zien we dunne mest.
  5. Trichostrongylus soorten: deze geeft vooral problemen in de herfst en winter bij lammeren met onvoldoende weerstand.

Het beste moment om mestonderzoek uit te laten voeren is verschillend voor lammeren en schapen:

  • Lammeren:
    Indien ze verschijnselen vertonen zoals afwijkende mest / trager / vermageren.
    Rond 1 juli, wanneer de lammeren al enige tijd zijn blootgesteld aan een mogelijke besmetting
    Als lammeren +/- vier weken op dezelfde weide hebben gelopen.
  • Volwassen dieren:
    Bij vermoeden van resistentie tegen het product, 10-14 dagen na ontwormen.
    Als de schapen +/- vier weken op dezelfde weide hebben gelopen.

Volwassen schapen en geiten hoeven in de regel maar eenmaal per jaar ontwormd te worden, mits ze regelmatig worden omgeweid. Het beste moment om de volwassen schapen te behandelen is in het voorjaar, voordat de ooien met de lammeren naar buiten gaan.

Het ontwormen van lammeren vraagt een andere aanpak. Deze dienen enkel ontwormd te worden als uit mestonderzoek blijkt dat er sprake is van een ernstige besmetting (>500 EPG). Om de infectiekans te verminderen, is het verstandig om lammeren in het voorjaar niet op een weide te laten lopen waar het afgelopen jaar ook lammeren hebben gelopen.

Als u een beeld wilt krijgen van de besmetting bij uw lammeren, verzamelt u verse mest van vijf tot tien lammeren. U mag de mest in de koelkast leggen om te bewaren, maar breng het monster wel binnen een dag op de praktijk zodat we het hier kunnen onderzoeken. U krijgt dan vaak dezelfde dag nog de uitslag met een gericht advies voor uw dieren.

Openingstijden van de praktijk

De praktijk is elke dag weer open van 8:00 - 17:00 uur voor het afhalen van medicijnen. We vragen u wel om een mondkapje te dragen tijdens het bezoek en uw handen te ontsmetten bij binnenkomst.

Wij horen graag van jullie. Heeft u vragen, foto's, verhalen of andere suggesties voor de nieuwsbrief, stuur deze naar hoornaar@dierenzorggroep.nl.